In het najaar van 2012, op hole 18 van de Zoetermeerse golfclub, slaan Patrick de Winter en Joop Goedhart de handen ineen: ze gaan voor zichzelf beginnen. In het clubhuis bezegelen ze hun plannen met een biertje. Twee weken later staan ze bij de Kamer van Koophandel en op 16 november is TGLS in beton gegoten: het tegelbedrijf dat de eerste jaren wordt gerund vanuit Patricks zolderkamer in Hooglanderveen en al snel uitgroeit tot dé regelaar en betegelaar van vliegvelden, ziekenhuizen, autoshowrooms, restaurants en de grootste retailers van Nederland.
‘Als we ooit voor onszelf beginnen, dan doen we dat samen’, beloven Patrick en Joop elkaar bij het tegelbedrijf waar ze elkaar leren kennen en een kantoor delen. Joop is een jaar of 18 als hij daar begint; Patrick zit er al een tijdje en is bezig op te klimmen van vakantiekracht tot adjunct-directeur. Ze ontdekken er hun gezamenlijke kracht: hun sterke rolverdeling, waarin ze elkaar goed aanvullen. Patrick richt zich op de commercie, Joop excelleert in de operationele kant. ‘En we weten wat de taken van de ander inhouden’, voegt Patrick toe.
De zolderkamer
De maandagochtend na die bewuste dag bij de Kamer van Koophandel stapt Joop in de trein. Bestemming: Amersfoort Vathorst, en vanaf daar te voet naar Hooglanderveen. Ze maken lange dagen en avonden op de zolderkamer. Patricks vrouw Everieke neemt de administratie voor haar rekening en Joop past af en toe op hun kinderen. Met een zelfgemaakt planbord houdt hij het overzicht over alle klussen die Patrick binnenhaalt. Voor ieder project is er een kartonnen kaartje, dat er pas af mag als het project volledig is afgewikkeld. Joop: ‘Zo’n systeem hebben we nu nog, maar dan digitaal.’
De eerste tegel
Het werk zelf is ook wennen: offertes, facturen, contracten met onderaannemers en andere administratieve zaken hadden ze niet eerder allemaal zelf geregeld. ‘Bij het eerste project was het geld al op voordat we begonnen’, geeft Patrick toe. Het betreft de Pieceswinkel in het Belgische Sint-Niklaas, voor projectmanager Paul Rockx. ‘Waar we voorheen dagelijks supermarkten van 2.000 vierkante meter deden, stonden we nu met klamme handjes voor een winkel van 40 vierkante meter.’ Tegelzetter Leen van de Minkelis legde daar de allereerste tegel van TGLS. ‘Zijn zoon Richard is inmiddels ons uithangbord, onze steun en toeverlaat.’
“Ons uitgangspunt is altijd: samen uit, samen thuis. Daarmee vormen we een fris gezicht in de tegelwereld.”
Die klus in België is dan al geen uitzondering wat afstand betreft. Joop heeft een oude Renault op de kop getikt en Patrick een Volvo V40 met een lam achterwiel. ‘Daarmee reden we per persoon bijna 100.000 kilometer per jaar.’ En niet voor niets, want de zaken lopen meteen goed. Hoe dat komt? ‘We doen het anders dan onze concurrenten’, vermoedt Patrick. ‘Die zijn meer van de oude garde. Wij zijn open en transparant over waar de tegels vandaan komen, hoe we ze vervoeren en hoe we het allemaal gaan doen. We leggen alle kaarten op tafel. Ons uitgangspunt is altijd geweest: samen uit, samen thuis. Daarmee vormen we een fris gezicht in de tegelwereld.’
Via Bunnik naar Nieuwegein
Na drie jaar wordt de zolderkamer te klein. Om personeel te kunnen aannemen, huren ze vanaf 15 oktober 2015 een kantoor met opslagruimte in Bunnik. Boven maken ze een ‘fancy kantoor met veel glazen wanden’. Ze zitten er met vier, later vijf man. Dat wordt al snel te vol, dus maken ze in de opslagruimte beneden nog twee kantoorplekken voor zichzelf. ‘En voorin een bar, die we nooit hebben gebruikt omdat we na een jaar of twee alweer op zoek gingen naar meer groeiruimte.’
In Bunnik is niets te vinden, dus komt een bevriende architect met de locatie van het huidige kantoor in Nieuwegein. Centraal gelegen, met uitzicht over het water en brede toegangswegen, geschikt voor zwaar transport. Het pand is helemaal volgens de duurzaamheidsambities van TGLS gebouwd: zonder gasaansluiting en volledig zelfvoorzienend met een dak vol zonnepanelen. In 2018 verhuist het bedrijf naar het eigen pand, opnieuw met veel glazen wanden en daarnaast een enorme tegelopslag.
“Ondertussen komen we op de mooiste plekken. Altijd met het besef van al die voeten die over onze vloeren gaan.”
Eenmaal in Nieuwegein groeit TGLS snel van vijf naar vijftien vaste medewerkers. ‘De tegelzetters zelf zouden we liever ook in dienst nemen’, erkent Patrick, ‘maar de branche werkt nu eenmaal met zzp’ers.’ Het zou TGLS niet zijn als ze daar geen uitzondering op maakten. ‘Service en onderhoud doen we grotendeels zelf, doordat we een tegelprofessional in dienst hebben die zich helemaal stort op de nazorg.’
Met fijn team op de mooiste plekken
Onderweg zijn ze wel wat mensen kwijtgeraakt. ‘We zijn twee ongeleide projectielen en die twaalfenhalf jaar vlogen in sneltreinvaart voorbij’, geeft Joop toe. ‘Goed inwerken schoot er weleens bij in. Dat proberen we nu anders te doen en we hebben inmiddels een fijn team opgebouwd, dat taken van ons overneemt.’ Daardoor hebben de twee steeds meer tijd voor dat waar ze zo goed in zijn: nieuwe plannen maken. Zoals laatst nog een eigen merk tegellijm en een herbruikbaar kliktegelsysteem.
Innovaties als die laatste zijn de toekomst van de tegelbranche, verwachten ze. Vanwege de aandacht voor duurzaamheid, maar ook omdat projecten steeds sneller klaar moeten zijn. ‘De bouw is verhard in de afgelopen twaalfenhalf jaar’, merkt Patrick op. ‘De tegels worden steeds groter en de doorlooptijden korter. Waar je vroeger twee weken voor een supermarkt had, moet je tegenwoordig in twee dagen klaar zijn. Er zijn ook minder vakmensen: de jongere generatie is theoretisch goed onderlegd, maar heeft weinig praktijkervaring.’
Bovenal zijn ze allebei trots op wat ze de afgelopen twaalfenhalf jaar hebben neergezet. ‘Je begint vanaf nul, vanaf een zolderkamer met niks’, blikt Joop terug. ‘Dat was een mooie tijd, we hadden veel lol en plezier. Tegenwoordig moeten we ervoor waken dat we tijd voor elkaar blijven vrijmaken en niet te veel worden meegesleurd in de waan van de dag. Dat lukt steeds beter dankzij ons huidige team. En ondertussen komen we op de mooiste plekken: achter de douane op het vliegveld, in ziekenhuizen, de Bijenkorf en autoshowrooms… Altijd met het besef van al die voeten die over onze vloeren gaan. We zouden eigenlijk vaker moeten terugkijken.’